Hoe gaan kunstenaars om met natuur in hun werk? Deel 1 (NL)

Hoe gaan kunstenaars om met natuur in hun werk? Deel 1 (NL)

Inleiding

Ik vind het heel interessant hoe het beeld van de natuur is veranderd sinds de industrialisatie. Natuur was iets engs en werd door de industrialisatie juist iets waar je rust kon vinden. In de 21e eeuw is dat nog steeds zo. Je gaat naar het bos toe om rust te vinden. Om tot rust te komen, om even weg te zijn van de drukte en stress die kenmerkend staat voor onze maatschappij.
Ik ben van mening dat je de natuur op verschillende manieren kunt bekijken. Je kunt het bekijken als het groen om ons heen, dus het bos, de zee en de bergen. Maar je kunt het ook zien als de natuur van de mens, dus emoties. Die emoties, de menselijke natuur, heeft te maken met individualisatie van de mens. Ook dat vind ik interessant en zie ik als natuur.
In deze blog-reeks neem ik een duik in het diepe. Ik ga op onderzoek uit naar hoe de mensen in de periode van 1900-1950 door de natuur beïnvloed werden, of hoe ze de natuur in hun kunst verwerkten. Of juist waarom ze dat niet deden. Ik doe dat aan de hand van de vier onderstaande onderdelen:

Deel 1: Gevolgen van de nieuwe cultuur
Futurisme: Filippo Marinetti, Giacomo Balla.
Kubisme: Pablo Picasso.
Deel 2: Zoektocht naar het gevoel van de natuur
Duitse expressionisten: Bergson, Kandinsky.
De Stijl: van Doesburg, Mondriaan.
Deel 3: De onopzettelijkheid en toeval waar men naar streefde
Dada: Hugo Ball.
Surrealisme: Sigmund Freud, Max Ernst.
Deel 4: Natuurlijke onmaakbaarheid.
Bauhaus: Walter Gropius, Le Corbusier.
Conclusie van alle onderdelen
Per onderdeel focus ik mij op bepaalde stromingen en kunstenaars. Ik vertel wat over de motieven aan de hand van afbeeldingen en leg daarna uit wat het antwoord op mijn vraag is.

Deel 1: Gevolgen van de nieuwe cultuur

Inleiding

In deze benadering staat eigenlijk hetgeen centraal wat tegenover de natuur staat: cultuur. Cultuur is dat wat de mens maakt. En of dat nou positief of negatief is, en of de mensen zelf het er nou mee eens of oneens zijn, de wereld verandert, en dat was niet te ontkennen in het begin van de 20e eeuw. Er gebeurde zo veel, er was zoveel vernieuwing dat men er soms zelfs bang van werd. Kunstenaars focusten zich niet op het zoeken van rust in deze staat van vernieuwing, ze onderzochten wat deze vernieuwing allemaal voor impact heeft op de menselijke waarneming, op de samenleving.
 

De wereld veranderde

Aan het eind van de 19e eeuw kwam de industrialisatie. Het gevolg?  Mensen verlieten hun fijne, oude vertrouwde plek, om dichterbij hun werk in de fabrieken te wonen. Er ontstonden steden. Ondanks dat mensen begonnen te werken in fabrieken, waren sommigen erg wantrouwig voor wat de technieken en ontwikkelingen nog meer zouden brengen. Zelfs in deze tijd vroegen mensen zich al af waar ze mee bezig waren. Men had veel angst. De industrialisatie zorgde ervoor dat mensen een pion werden in het grote complex van de fabrieken. Het individu verdween haast. De wereld om hen heen veranderde, mensen wilden controle over de natuur. Als dat gebeurt, als de wereld om je heen verandert, verander je zelf ook. Overal waren prikkels, overal was snelheid en verandering. Hoe ga je daar als mens mee om?
Links: Afb 1: Giacomo Balla, Auto+licht+lawaai,1913
Rechts: Afb 2: Giacomo Balla, Raceauto, 1913

Futurisme

In het Futuristisch manifest (1909) geschreven door Filippo Marinetti wordt eigenlijk een oproep gedaan. Marinetti wil niet dat de mensen zich afzonderen van deze snelle, moderne tijd, hij wil dat ze er aansluiting bij zoeken. [1] Het verhaal gaat over een avontuur wat dronken is meegemaakt. Soms raak ik zelf kwijt wat nou realiteit is, maar ik begrijp heel goed dat de futuristen erg op zintuigen inspelen: ze vertellen over geluiden, stiltes, maar ook over gebeurtenissen die haast op abstracte wijze zijn omschreven. “…enorme ijzeren netten om mijn auto op te vissen die sprekend op een aangespoelde haai leek. Langzaam kwam de auto uit de sloot omhoog en liet haar zware carrosserie van redelijkheid en haar zachte gerieflijke bekleding als schubben op de bodem achter”
Het lijkt me een waargebeurd verhaal, vanuit de ogen van iemand die de wereld toch net op een meer fantasierijke, zintuiglijke en creatieve manier aanschouwd. De futuristen houden  van gevaar en roekeloosheid. Moed en rebelsheid zijn sleutel in hun werk. Ze willen het agressieve verheerlijken, de slapeloosheid en snelheid van het leven. Ze willen dat je jezelf overgeeft aan je oer-zelf, om die te vergroten. Marinetti, de schrijver van het manifest, is van mening dat een kunstwerk zonder agressie geen meesterwerk kan zijn. De futuristen willen musea vernietigen en strijden tegen feminisme, moralisme en opportunisme en lafheid. Ze willen grote groepen mensen in beweging brengen door hun werk of door oproer. Ze willen de revoluties in de moderne hoofdsteden prijzen. De grote nieuwe bruggen, de rookpluimen uit fabrieken, de geluiden die er op straat te horen zijn, locomotieven die denderend langs steden gaan willen ze verheerlijken. [2]
Dat kun je heel goed zien in werk van Giacomo Balla. Op afbeelding 1 zie je heel goed hoe hij probeert de sensatie van de drukte, van de snelle auto’s en de snelheid waarmee je ogen worden gedwongen alles in je op te nemen, weer te geven. Het lijkt alsof alle elementen die hij heeft waargenomen in een beeld zijn gepropt. Je ervaart de snelheid als kijker ook. Het is niet symmetrisch, maar zit zeker vol herhaling en ritme. Overal op het doek zie je lawaai, licht, snelheid en prikkels. Aantal jaren voor dit schilderij was het alleen mogelijk een tafereel te schilderen. Balla lijkt zich hier als het ware voor te verzetten, hij schildert opeenvolgende situaties op één doek. Hij schildert zelfs lawaai. [3]
 

Kubisme

Net zoals de futuristen gebruiken de kubisten een gefragmenteerde beeldentaal. Je kunt zeggen dat de futuristen het kubisme in beweging hebben gezet. Maar niet alleen de futuristen hadden invloed op het kubisme. Ook de fotografie speelde een rol, het liet zien dat er meerdere fases zaten in bijvoorbeeld het rennen van een paard of het vliegen van een vogel. Het bood inzicht in perspectieven waardoor de kubisten  meerdere perspectieven in een beeld proberen te zetten. Ook de ontwikkeling in techniek, zoals de snelle autos, lieten een indruk op de kubisten achter. Ze werden geïnspireerd door moderne technieken, maar ook door niet-moderne objecten zoals Afrikaanse maskers. De inspiratie komt daarbij niet vanuit de betekenis van de maskers maar vanuit de vormtaal. Wat erg goed te zien is in werk van Pablo Picasso. Hij was namelijk gefascineerd door primitieve kunst. Vanuit het midden van het werk worden de vrouwelijke figuren steeds hoekiger. Armen en benen lijken zonder perspectief geplaatste te zijn en missen logica. Ook de gezichten zijn erg vereenvoudigd en kloppen niet helemaal meer. Iets wat typisch is voor de kubisten is het opdelen van het schilderij in allerlei losse hoekige delen, wat je ook in de achtergrond ziet. Picasso analyseerde de zichtbare werkelijkheid, splitst die op in delen en voegt die daarna weer samen. [4] De twee figuren aan de rechterkant lijken qua gezicht net wat anders dan de
drie aan de linkerkant. Je ziet bij de twee rechter figuren heel goed de invloed van de Afrikaanse maskers. Het inspireerde hem zo, dat hij de figuren speciaal heeft aangepast. [5]
Links: Afb 3: Pablo Picasso, Demoiselles d’Avignon, 1907
Rechts: Afb 4: Georges Braque, Le Courier, 1913
Daarnaast kwam er ook een ander nieuw concept; de collage. Daarbij worden losse elementen samengevoegd. De kijker moet actief worden. Het is geen plaatje van een mooie eenheid, zoals een landschap, het zijn nu juist verschillende elementen. Om dit te kunnen lezen moet je er goed naar leren kijken. Dus een actieve, onderzoekende blik van de kijker wordt hierbij gevraagd. Het kubisme gaat over de inspanning van de kijker. Wat je begrijpt van een werk, hangt af van hoe goed je naar het werk kijkt. Neem het werk van George Braque op afbeelding 4. Deze collage bestaat puur uit papieren elementen. Toch zijn het allerlei dagelijkse objecten. Je ziet een gedeelte van een krant, een karaf, wijnglas, pakje sigaretten en een uitgeknipt hartje, allemaal zwevend op een soort tafelblad.

Hoe verwerkten kunstenaars de nieuwe cultuur in hun werk?

Er zijn veel verschillen tussen het futurisme en het kubisme, maar er is ook een grote overeenkomt. Ze onderzoeken allebei de gevolgen van de nieuwe cultuur met betrekking tot de menselijke waarneming. Ze zijn veel bezig met de waarneming. Die waarnemingen verbeelden ze dan weer in hun werk. Dat werk kan beeldend zijn, maar ook tekstueel, zoals een gedicht. Toch doen de futuristen dat net wat anders dan de kubisten. Zo zijn de meeste futuristen de nieuwe technieken aan het verheerlijken. Je ziet en hoort ook bijna het geluid van voorbijrazende auto’s. Je voelt de sensatie van de drukte die ze om zich heen ervaren. In veel werken zie je het licht, de prikkels en de snelheid waarmee hun ogen hebben moeten waarnemen. De futuristen hebben een fascinatie voor al die beweging. Toch blijf ik dat zelf lastig vinden. Ja, ik vind hun werk erg fascinerend en ben benieuwd naar hoe het was om in die tijd te leven. Maar in deze tijd, op dit moment, zou ik zelf liever de natuur schilderen. Juist omdat ik klaar ben met al die telefoons en social media. Terwijl ik denk dat de futuristen, als ze in deze tijd zouden leven, misschien wel enthousiast zouden zijn over deze social media en het contact wat je kunt leggen met de wereld.
De kubisten focussen zich niet op het weergeven van de snelheid en drukte om hun heen. Maar ze zijn wel geïnspireerd geraakt door de fotografie. Dat heeft hen namelijk laten zien dat er meerdere fases zijn in het rennen van een paard of het vliegen van een vogel. Dat heeft hen een andere blik op perspectief gegeven. De kubisten schilderden vaak meerdere perspectieven van iets op een schilderij. Daarom zien lichamen of objecten er niet kloppend uit, ondanks dat je het wel kunt herkennen. Ondanks dat de kubisten veel bezig waren met de waarneming, lieten ze ook de toeschouwers actief kijken naar hun werk, vooral bij de collages speelt dat een grote rol. Het werk is geen mooie eenheid zoals een landschap, een collage bestaat juist uit verschillende alledaagse elementen die op die manier een nieuw geheel vormen. Het feit dat ze de alledaagse elementen gebruiken zegt dus ook dat de nieuwe technieken een indruk op ze achter heeft gelaten.
[1] Heijnen, E. De bespiegeling. Houten: EPN, 2012 p158
[2] Marinetti, F.T. “Oprichting en manifest van het futurisme” Le Figaro, 20 februari 1909.
[3] Heijnen, E. De bespiegeling. Houten: EPN, 2012 p159
[4] Heijnen, E. De bespiegeling. Houten: EPN, 2012 p156
[5] Honour, F & Fleming, J. Algemene kunstgeschiedenis. Amsterdam: Meulenhof, 2009. p771