Hoe gaan kunstenaars om met natuur in hun werk? Deel 3 (NL)

Hoe gaan kunstenaars om met natuur in hun werk? Deel 3 (NL)

Deel 3: De onopzettelijkheid en toeval waar men naar streefde

Inleiding

De eerste wereldoorlog was een feit. Op straat werden gevechten tussen links en rechts uitgevochten. In sommige landen leidt dit tot dictatuur, zoals in Italië en Duitsland. Veel mensen, waaronder kunstenaars, vertrokken naar neutraal gebied: Zwitserland. Waar de Dada ontstond. Ze wilden zich afwenden van de wereld en zich richten op kunst. De kunstenaars zijn vooral bezig met een onderzoek naar toeval. Bij de dada zul je dat zien in de vrije manier van performance, en bij het surrealisme is dat terug te zien bij een kunstenaar die onbedoelde effecten ruimte geeft in zijn werk.

Dada

De Eerste Wereldoorlog was een feit. En de mensen waren er niet blij mee. Vooral de Dadaïsten niet. Ze waren volop tegen de oorlog. Dada is ontstaan vanuit bijeenkomsten van kunstenaars en schrijvers, die zich op een gegeven moment tegen tijd en tegen de oorlog keerden. De Dadaïsten gebruikten allerlei kunstvormen door elkaar heen, maar vallen tegelijkertijd ook een beetje samen. Ze gebruikten bijvoorbeeld literatuur, theater, zang en typografie.
Afb 10: Hugo Ball, Karawane, 1916
Hugo Ball was een van deze dadaïsten. Hij heeft opgetreden op het Cabaret Voltaire. Daar stond hij gekleed in een kartonnen pak en droeg het gedicht op afbeelding 10 voor. Elk woord dat werd gezongen en gesproken  was een gebaar van het kabaret. Ze waren het er allemaal mee eens dat deze vernederende tijd geen respect aan de bevolking heeft afgedwongen. Hij bevraagt de cultuur waarin we leven. “Hoe kan onze cultuur zo zijn? Onze cultuur is niet goed, we zijn een oorlog begonnen.” Tegelijk met deze spot op de heersende orde komt ook spot op de status van kunst.
Tijdens deze bijeenkomsten in het Cabaret Voltaire gebeurden allerlei gekke dingen. Ze maakten kunst met gewone voorwerpen, ze dede bizarre dingen en stelden de status van kunst aan de kaak. Net zoals de stroming zelf. Wat is dada nou eigenlijk; kunst? Filosofie? Politiek? Religie? Of is het alles? Zelfs het publiek werd dada doordat er gevraagd werd om deel te nemen aan een performance. De rol tussen publiek en kunstenaar werd aan de kaak gevoeld.

Surrealisme

de surrealisten werden geïnspireerd door de theorie van Sigmund Freud; de Psychoanalyse (het interpreteren van dromen). Hij vond het belangrijk dat mensen op een vrije manier leefden. Hij zegt dat de meeste mensen wel vrij  zouden kunnen leven maar er toch voor terugschrikken om dat te doen, Ze willen liever dat iemand ze vertelt hoe ze moeten leven. Dat leidt hem tot het onderbewuste. In het onderbewuste wordt alles verdrongen wat andere mensen niet zouden accepteren als ze het over je te weten zouden komen. En onze dromen zijn de sleutel om er achter te komen wat er in dat onderbewuste van ons om gaat. Dat is ook wat de surrealisten wilden onderzoeken: hun droomwereld. Ze wilden hun onderbewuste laten spreken, ze wilden hun dromen uit diepen en onbewust kunnen werken. Ze wilden verborgen verlangens, seksualiteit of ongefilterd gedrag uiten. Ze wilden de ratio uitsluiten. Op de automatische piloot te werk gaan. Rationele blokkades en hokjes gewoon laten varen en er niets van aantrekken. Zoveel mogelijk direct vanuit je onderbewuste werken. Ze gebruiken daar onder andere middelen voor, zoals drugs. Maar ze hadden het niet perse nodig. De surrealisten hadden een grote belangstelling voor het onderbewuste en waren ook van mening dat de wereld van het onderbewuste de enige  mogelijke (sur) realiteit is.
Links. Afb 11: Max Ernst, Here everything is still floating, 1920
Rechts. Afb 12: Max Ernst, Napoleon in the wilderness, 1941
Max Ernst is een van de kunstenaars die zich aansloot bij het surrealisme. Naast de schilderijen die hij graag maakte, hield hij zich ook bezig met collages. Door de oorlog in zijn tijd verloor de wereld elke vorm van samenhang. Deze chaos wordt zichtbaar in collages. Waar losse fragmenten worden samengevoegd tot een nieuw (surrealistisch) geheel. [1] In zijn collages, waarvan je er een ziet op afbeelding 11, plaatste hij allerlei ongerijmdheden naast elkaar zodat je zelf aan het denken werd gezet: wat is dit? waar gaat het over? Er is weinig houvast, haast net zoals in een droomwereld.
Daarnaast bedacht hij bijzondere en uiteenlopende technieken  om het onbewuste en toeval in zijn werk ruimte te geven. Hij had een fascinatie om onbedoelde effecten in zijn werk naar boven te brengen. Hij bedacht allerlei technieken, zoals: frottage, anti collage, oscillatie, decalcomanie en dripping. Op afbeelding 12 zie je dat hij gebruik maakt van grattage, dat is het afschrapen van verflagen, zodat hetgeen wat daaronder zit, zichtbaar wordt.

Hoe zie je terug dat de kunstenaars de regie uit handen geven?

Er zijn genoeg verschillen tussen deze twee stromingen te vinden, zo zie je bij Dada dat ze spotten met de status van kunst en de heersende orde en zijn ze gek op onlogica. Daarnaast heb je het Surrealisme, waar ze gebruik maken van het onderbewuste en hun droom werkelijkheden. Daarnaast schilderen ze realistisch, maar wel vervreemd, je kunt het herkennen maar er klopt vaak ergens iets niet helemaal.
Wat een overeenkomst is tussen de twee is dat er bij beide richtingen geen werk met opzet wordt gemaakt. Ze maken wel met opzet een werk, maar de uitkomst ervan is niet opzettelijk. Ik bedoel daarmee dat ten eerste Max Ernst van het surrealisme veel gebruik maakt van toeval, en dus dat hij dingen overlaat aan de natuur. Dat hij zijn eigen handelen gebruikt als middel, en daarnaast de rest overlaat aan hoe het ook maar zal gebeuren. Daarnaast merk ik bij het dadaïsme dat ze het publiek gebruiken in hun werk, in de performances. Maar ook dat zorgt voor toeval, want je kunt het publiek wel aanwijzingen geven, maar het zal nooit echt 100% gaan zoals jij het voor ogen had. Zelfs als je weinig verwachtingen hebt kan het anders gaan. In beide gevallen kun je zien dat de regie op een gegeven moment uit handen gegeven wordt. Ook dat kun je terug brengen naar de natuur. de natuur gaat zijn gang. Ik zie wel eens een bloemetje tussen de stoeptegels groeien. Dat is de natuur die zijn gang gaat.
[1] Heijnen, E. De bespiegeling. Houten: EPN, 2012 p167