Één stap op de hoge duinen,
en ik ruik de zee meteen,
de geur van zout en vis dringt binnen
Eenmaal boven op de duinen,
en ik wordt omvergeblazen,
door de wind, én het uitzicht.
Ik zak ineens weg, in het zand,
en ik weet het meteen en begin te struinen,
opzoek naar de meest bijzondere vondsten.
Mijn tenen worden plotseling koud door het zeewater,
en ik voel me gelukkig,
met erg koude tenen en mijn haar voor m’n gezicht.
Bijna elke zomervakantie gingen mijn ouders, broer en ik naar dit strand. Soms een paar dagen, soms een hele week. Altijd gaan we op de laatste dag uit eten bij de Wok. Meestal gaan we er ook bowlen, mijn vader wint altijd. En natuurlijk wandelen we op het strand en genieten we van de zonsondergang. En van elkaar.